Ontwikkeling van het groenbeleid
Actualiteiten
PAS: Stikstofproblematiek
Op 29 mei 2019 heeft de Raad van State (RvS) een streep getrokken door de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Vergunningverlening voor activiteiten die een negatieve invloed hebben op het stikstofgehalte in Natura 2000-gebieden is daarmee lastiger geworden.
Om tot oplossingen voor deze problematiek te komen overleggen Rijk en provincies intensief. Het Rijk heeft een adviescollege stikstofproblematiek ingesteld onder voorzitterschap van dhr. Remkes. Deze commissie heeft haar eindadvies ‘Niet alles kan overal’ op 8 juni 2020 uitgebracht. Minister Schouten zal medio oktober 2020 de wet ‘Stikstofreductie en natuurbescherming’ aan het parlement aanbieden.
In het advies van Remkes worden de rollen van een aantal organisaties geschetst. De provincie speelt hierin een cruciale rol. Denk hierbij aan vergunningverlening, inzet van middelen, inzet op gebiedsgerichte aanpak en het geven van het goede voorbeeld bij provinciale projecten.
Bovenstaande zal er waarschijnlijk toe leiden dat het groenbeleid van Zuid-Holland de komende jaren sterk zal veranderen, en dat daar meer middelen voor nodig zullen zijn. Omdat deze problematiek naast het groenbeleid ook de doelstellingen voor mobiliteit, woningbouw, landbouw, industrie en economie raken zullen nieuwe maatregelen integraal worden aangepakt.
Omdat het stikstofdossier invloed heeft op meer beleidsonderwerpen, naast de ambitie van het versterken van de natuur, zijn de directe impulsmiddelen in de Begroting 2021 opgenomen in de eerste overkoepelende ambitie. Om deze reden maken deze middelen geen deel uit van de later beschreven beleidsproducten in dit PZG en het gesloten systeem groen. Wel voeren we in het kader van natuurmiddelen andere programma’s uit die bijdragen aan het terugdringen van de stikstofdepositie in de Zuid-Hollandse natuur.
Bodemdaling
Het thema ‘bodemdaling’ in de veenweiden staat momenteel sterk in de belangstelling onder invloed van de klimaateffecten (CO2 emissies uit veen), die dit teweeg brengt. In het kader van het Klimaatakkoord, is een stevige ambitie neergelegd om deze problematiek aan te pakken. Voor dit doel heeft het Rijk een budget van € 276 mln voor alle veenweidegebieden in Nederland beschikbaar gesteld. De gezamenlijk overheden zoeken hierbij de samenwerking, onder andere via het Interbestuurlijke Programma Vitaal Platteland (IBP-VP). Daarnaast wordt gezamenlijke kennis ontwikkeld voor de bodemdalingsaanpak binnen de Regiodeal Bodemdaling Groene Hart. Aanpak van de bodemdaling in bebouwd gebied wordt vanuit de provincie opgepakt in samenhang met Klimaatadaptatie.
Uitvoering geven aan aangenomen moties
In de vergadering van 28 juni 2017 hebben PS motie nr. 719 aangenomen waarin is verzocht om uitkering van een tegemoetkoming in de schade door zomerganzen totdat de doelpopulatie is bereikt. Daartoe inzet van een meerjarig incidenteel budget van € 2 mln voor drie jaar voor maatregelen ter beperking van de ganzenschade en t.b.v. een tegemoetkoming in de schade door zomerganzen. De precieze maatregelen worden bepaald in overleg met de betrokken partijen. De jaarlijkse tegemoetkoming wordt afgebouwd om te stimuleren dat de doelpopulatie op zo kort mogelijke termijn wordt bereikt. Dit wordt na drie jaar geëvalueerd. Deze motie heeft geleid tot het behandelvoorstel dat op 27 september 2017 geagendeerd was voor de Statencommissie DO. De maatregelen zijn ondergebracht in het product ‘Wet Natuur, soortenbeheer, faunabeheer’.
In dezelfde vergadering is door PS motie nummer 725 ‘Miljoenen voor winst en weidevogels’ aangenomen.
Met de motie ‘Miljoenen voor winst en weidevogels’ spreken PS uit dat zij bereid zijn om vanuit de bestaande groenbudgetten extra middelen beschikbaar te stellen indien:
1.1. Uit de gesprekken met de stuurgroep Krimpenerwaard blijkt dat de realisatie van het NNN gebied als leefgebied voor weidevogels daardoor sneller en eenvoudiger te realiseren is;
1.2. Er integrale, gebieds- en praktijkgerichte onderzoeken en maatregelenpakketten worden ingediend voor weide- of akkervogels, die niet geheel binnen de POP financiering passen.
De weide- en akkervogels nemen landelijk de laatste decennia sterk af. Dit is ook in de provincie Zuid-Holland het geval. De provincie zet naast de bestaande instrumenten ter behoud van de biodiversiteit zoals het beheer van het NNN en het agrarisch natuurbeheer in op integrale, gebiedsgerichte en praktijkgerichte verbeterplannen. Deze zijn in de zomer en najaar van 2017 door de terrein beherende organisaties, agrarische collectieven en vrijwilligers gezamenlijk opgesteld. Deze partijen hebben in 2018 en 2019 met de provincie Zuid-Holland gezamenlijk gewerkt aan het Actieplan Boerenlandvogels waarin de maatregelen bij elkaar worden gebracht en verder aangevuld worden.
Daarnaast wordt in de Krimpenerwaard ervaring opgedaan met de nieuwe strategie van zelfrealisatie van onder andere weidevogelnatuur door agrariërs binnen de begrenzing van het NNN. Dit alles biedt input voor de invulling van de motie.
Bij de behandeling van de Begroting 2018 is motie 743 aangenomen met betrekking op meer ruiters in het groen. Hierbij wordt gekeken naar het verbeteren van de bestaande ruiterpaden (650 km) die soms onveilig zijn geworden en waarbij sprake is van achterstallig onderhoud.
PS hebben op 3 juli 2019 motie 881 'Provinciaal bos- en bomenbeleid' aangenomen. PS verzoeken daarin GS een bos- en bomenbeleid nader uit te werken op grond van hoofdstuk 4 Wet natuurbescherming en dit voor te leggen aan Provinciale Staten. Vervolgens is afgesproken om dit breder op te pakken, te werken aan een groeimodel Bos- en bomenbeleid en daarbij ook aan te sluiten bij de Nationale bossenstrategie.
Afgelopen periode is een verkenning uitgevoerd aan de hand van drie pijlers: 1. Bescherming bestaand bos, 2 Mogelijkheden voor uitbreiding bos en bomen. 3 Investeren in vitaliteit van het bestaand bos
De eerste versie van het groeimodel Bos- en Bomenbeleid is in 2020 afgerond en conform motie 881 aan PS aangeboden voorafgaand aan de begrotingsbehandeling. Voorgesteld wordt om via drie sporen aan de slag te gaan:
- Bos- en Bomenbeleid meenemen als ambitie bij lopende gebiedsprocessen en programma’s.
- Samen met de Groene Partners het onderdeel uit te werken in het Zuid-Hollands Programma Natuur.
- Daarnaast zien we kans om in 2021 al vaart te maken door aan te sluiten bij concrete maatschappelijke initiatieven en daardoor ook spoor 1 en 2 goed van de grond te krijgen.
Samen met het rijk zijn de gesprekken over het programma natuur en de bijbehorende financiering in volle gang, hierbij vindt er een zoektocht plaats naar de mogelijkheden van provinciale bijdrage.
In 2019 is het Actieplan Boerenlandvogels vastgesteld. Voor het volledig kunnen uitvoeren van het Actieplan is ruim € 8 mln aan eenmalige uitgaven nodig en bijna € 3 mln aan jaarlijkse uitgaven. In 2019 en 2020 hebben GS een start gemaakt met de uitvoering van het Actieplan met behulp van de middelen die waren vrijgemaakt naar aanleiding van motie 725. Het ging hierbij om een eenmalig bedrag van € 3,1 mln. Nu die middelen opraken, is bij de Voorjaarsnota 2020 motie 931 ingediend. Hierin worden Gedeputeerde Staten gevraagd om te verkennen welke financiële mogelijkheden de provincie heeft voor het bestendigen van het ‘Actieplan boerenlandvogels 2019-2027, en Provinciale Staten bij de vaststelling van de Begroting 2021 hierover te informeren. In het behandelvoorstel, dat separaat met de Begroting 2021 aan Provinciale Staten wordt gestuurd, wordt weergegeven wat Gedeputeerde Staten inmiddels hebben gedaan aan de uitvoering en hoeveel geld er nodig is om daarmee verder te gaan. Met de begrotingsbehandeling in PS is amendement 680 aangenomen, waarmee 1,4 mln aan het budget zal worden toegevoegd ter behoeve van het actieplan boerenlandvogels. Hiermee is de dekking geregeld voor de voortzetting van het plan in 2021. GS zoeken nog naar financieringsmogelijkheden voor de voortzetting van het Actieplan Boerenlandvogels na 2021.